|
|
|
MISORDE |
INTROITUSTerwijl de introitus gezongen wordt, gaat de priester naar het altaar. Na de introitus maken allen het kruisteken, terwijl de priester zegt:
In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. BEGROETING
De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde
van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen. Of:
Genade zij u en vrede van God onze Vader
en van de Heer Jezus Christus. SCHULDBELIJDENISBroeders en zusters, belijden wij onze zonden, bekeren wij ons tot God om de heilige Eucharistie goed te kunnen vieren: Ik belijd voor de almachtige God en voor u allen, dat ik gezondigd heb in woord en gedachte, in doen en laten, door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld. Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd maagd, alle engelen en heiligen, en u, broeders en zusters, voor mij te bidden tot de Heer onze God.
Moge de almachtige God zich over ons ontfermen, onze
zonden vergeven en ons geleiden tot het eeuwig leven. KYRIE
Heer, ontferm U over ons GLORIA
Eer aan God in den hoge, GEBEDWOORDDIENSTEERSTE LEZINGTWEEDE LEZINGEVANGELIEDe Heer zij met U. En met uw geest. Lezing uit het heilige Evangelie volgens…. Lof zij U, Christus. Zo spreekt de Heer. Wij danken God. HOMILIEGELOOFSBELIJDENIS
Ik geloof in God de almachtige Vader, VOORBEDENEUCHARISTISCHE DIENSTGezegend zijt Gij, God, Heer van al wat leeft. Uit Uw milde hand hebben wij het brood ontvangen. Aan U dragen wij op de vrucht van de aarde, het werk van onze handen. Maak het voor ons tot brood van eeuwig leven. Gezegend zijt Gij, God, in alle eeuwen. Gezegend zijt Gij God, Heer van al wat leeft. Uit uw milde hand hebben wij de beker ontvangen. Aan U dragen wij op de vrucht van de wijngaard, het werk van onze handen. Maak het voor ons tot bron van eeuwig leven. Gezegend zijt Gij, God, in alle eeuwen. Bidt, broeders en zusters, dat mijn en uw offer aanvaard kan worden door God, de almachtige Vader. Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van Zijn Naam, tot welzijn van ons en van heel zijn Heilige Kerk. GEBED OVER DE GAVENAmen. EUCHARISTISCH GEBED
De Heer zij met u. PREFATIE
Heilig, Heilig,
Heilig, de Heer, EUCHARISTISCH GEBED I B (of: Romeinse Canon)U dan, algoede Vader, vragen wij nederig, door Jezus Christus, uw Zoon, onze Heer, te aanvaarden en te + zegenen deze giften, deze gaven, deze heilige vlekkeloze offeranden die wij U aanbieden allereerst voor uw heilige katholieke Kerk –geef haar genadig vrede, bescherming en eenheid en geleid haar over de gehele wereld– en voor uw dienaar, onze Paus N., voor onze Bisschop N., en voor allen die, rechtzinnig en trouw, de behoeders zijn van het katholieke en apostolische geloof. Gedenk, Heer, uw dienaars en dienaressen en allen hier aanwezig, wier geloof Gij kent en wier toewijding U gebleken is, voor wie U dit offer van lof wordt gebracht –voor henzelf en al hun dierbaren, voor hun verlossing, voor het heil en behoud waarop zij helpen– en die hun gebeden richten tot U, de eeuwige, levende en ware God. Verbonden in eenzelfde gemeenschap, eren wij de gedachtenis allereerst van die roemrijke Maria altijd Maagd, Moeder van onze God en Heer Jezus Christus, en mede van de heilige Jozef, haar Bruidegom, en van uw heilige Apostelen en Martelaren Petrus en Paulus, Andreas, (Jakobus en Johannes, Tomas, Jakobus, Filippus, Bartolomeüs, Matteüs, Simon en Taddeüs; Linus, Cletus, Clemens, Sixtus, Cornelius, Cyprianus, Laurentius, Chrysogonus, Johannes en Paulus, Cosmas en Damianus) en van al uw Heiligen; omwille van hun verdiensten en voorbede help ons in alle omstandigheden door uw kracht en uw bescherming. (Door Christus onze Heer. Amen) Aanvaard genadig –vragen wij, Heer– dit offer van ons, uw dienaars, en van allen die U toebehoren; leid ons alle dagen van ons leven in uw vrede, ontruk ons aan de eeuwige verwerping en tel ons bij het getal van uw uitverkorenen. (Door Christus onze Heer. Amen) Gewaardig U, God, deze offerande ten volle te zegenen, te bevestigen, te bekrachtigen, haar waarachtig en aanvaardbaar te maken; dat zij voor ons worde het Lichaam en Bloed van uw zeerbeminde Zoon, Jezus Christus. Die op de dag vóór zijn lijden het brood heeft genomen in zijn heilige handen, en de ogen opgeslagen ten hemel, tot U, God zijn almachtige Vader, U prijzend en dankend een zegenbede heeft gesproken, het brood heeft gebroken en aan zijn leerlingen gegeven met de woorden: NEEMT EN EET HIERVAN, GIJ ALLEN, WANT DIT IS MIJN LICHAAM, DAT VOOR U GEGEVEN WORDT. Zo nam Hij ook, na het avondmaal, deze voortreffelijke beker in zijn heilige handen, en U prijzend en dankend heeft Hij andermaal een zegenbede gesproken, en hem aan zijn leerlingen gereikt met de woorden: NEEMT DEZE BEKER EN DRINKT HIER ALLEN UIT, WANT DIT IS DE BEKER VAN HET NIEUWE, ALTIJDDURENDE VERBOND, DIT IS MIJN BLOED DAT VOOR U EN ALLE MENSEN WORDT VERGOTEN TOT VERGEVING VAN DE ZONDEN. BLIJFT DIT DOEN OM MIJ TE GEDENKEN. Verkondigen wij het mysterie van het geloof. Heer Jezus, wij verkondigen Uw dood en wij belijden tot Gij wederkeert, dat Gij verrezen zijt. Daarom gedenkend, Heer, het heilig lijden van Christus, uw Zoon, onze Heer, en zijn verrijzenis uit de dood, alsook zijn opklimmen naar de hemel, brengen wij, uw dienaren, tezamen met uw heilig volk, aan uw verheven majesteit –van uw eigen giften en gaven– het volmaakte offer, het heilig offer, het vlekkeloos offer: het heilig Brood van het eeuwige leven en de Beker van onze verlossing in eeuwigheid. Gewaardig U op deze offeranden met welgevallen neer te zien en ze te aanvaarden, zoals Gij hebt willen aanvaarden de gaven van uw dienaar Abel, de Rechtvaardige, het offer van onze stamvader Abraham en het heilig offer, de offergave zonder vlek, U opgedragen door uw hogepriester Melchisedek. Wij smeken U, almachtige God, laat deze gaven in de handen van heilige Engel dragen tot op uw altaar in den hoge, voor uw goddelijke majesteit. En mogen wij allen, als wij, door deel te hebben aan dit altaar, het hoogheilig Lichaam en Bloed van uw Zoon ontvangen, met hemelse zegen en genade verzadigd worden. (Door Christus onze Heer. Amen.) Gedenk ook, Heer, uw dienaars en dienaressen N. en N., die vóór ons zijn heengegaan, gemerkt met het teken van het geloof, en die rusten in de slaap van de vrede. Laat hen en allen die in Christus zijn ontslapen genadig toe tot het oord van de vreugde, het licht en de vrede. En ons, uw zondige dienaars, die vertrouwen op uw eindeloze barmhartigheid, geef ook ons een plaats in het gezelschap van uw heilige Apostelen en Martelaren Johannes, Stefanus, Mattias, Barnabas, (Ignatius, Alexander, Marcellinus en Petrus, Felicitas, Perpetua, Agatha, Lucia, Agnes, Cecilia en Anastasia,) en van al uw heiligen. Laat ons toe in hun gezelschap –vragen wij– niet naar schatting van onze daden, maar door de weldaad van uw vergiffenis: door Christus onze Heer. Door wie Gij, Heer, al deze gaven steeds weer schept, heiligt, levend maakt, zegent en ons uitdeelt. Door Hem, en met Hem, en in Hem, zal uw Naam geprezen zijn, Heer, onze God, almachtige Vader, in de eenheid van de Heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid. Amen. EUCHARISTISCH GEBED II CPREFATIEJa, het is een voorrecht, een hoge en heilzame plicht dat wij U, heilige Vader, altijd en overal danken door Jezus Christus, de Zoon van uw welbehagen. Hij is uw eigen Woord waardoor Gij alles geschapen hebt. Hem hebt Gij tot ons gezonden als Heiland en Verlosser. Hij is vlees geworden door de Heilige Geest en uit de Maagd geboren. Om uw wil te vervullen en U een heilig volk te verwerven strekte Hij zijn handen uit, opdat Hij door zijn lijden aan de dood een eind zou maken en de verrijzenis klaar als de dag voor onze ogen zou doen stralen. Daarom stemmen wij in met de Engelen, en met alle Heiligen roemen wij uw heerlijkheid en wij juichen en zeggen: Heilig, Heilig, Heilig, de Heer, de God der hemelse machten! Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid. Hosanna in den hoge. Gezegend Hij, die komt in de naam des Heren. Hosanna in den hoge. Gij zijt waarlijk heilig, onze Heer, de bron van alle heiligheid. Heilig dan deze gaven met de dauw van uw Heilige Geest, dat zij voor ons worden tot + Lichaam en Bloed van Jezus Christus onze Heer. Toen Hij werd overgeleverd en vrijwillig zijn lijden op zich nam, nam Hij het brood, sprak de dankzegging uit, brak het en gaf het zijn leerlingen met deze woorden: NEEMT EN EET HIERVAN, GIJ ALLEN, WANT DIT IS MIJN LICHAAM, DAT VOOR U GEGEVEN WORDT. Zo nam Hij na de maaltijd ook de kelk, sprak opnieuw de dankzegging uit, en gaf hem zijn leerlingen met deze woorden: NEEMT DEZE BEKER EN DRINKT HIER ALLEN UIT, WANT DIT IS DE BEKER VAN HET NIEUWE ALTIJDDURENDE VERBOND, DIT IS MIJN BLOED DAT VOOR U EN ALLE MENSEN WORDT VERGOTEN TOT VERGEVING VAN DE ZONDEN. BLIJFT DIT DOEN OM MIJ TE GEDENKEN. Verkondigen wij het mysterie van het geloof. Heer Jezus, wij verkondigen uw dood en wij belijden tot Gij wederkeert, dat Gij verrezen zijt. Zijn dood en verrijzenis indachtig, God, bieden wij U aan het levensbrood en de kelk van het heil. Wij danken U omdat Gij ons waardig keurt om voor uw aangezicht te staan en uw heilige dienst te verrichten. Zo delen wij in het Lichaam en Bloed van Christus en wij smeken U dat wij door de Heilige Geest worden vergaderd tot één enige kudde. Denk toch, Heer, aan uw Kerk, verspreid over de hele wereld, dat haar liefde volkomen wordt, één heilig volk met N., onze Paus, en N., onze bisschop, en allen die uw heilig dienstwerk verrichten. Gedenk ook onze broeders en zusters die reeds ontslapen zijn in de hoop der verrijzenis. Ja, alle gestorvenen dragen wij op aan uw zorg. Neem hen aan en laat hen verschijnen in het licht van uw gelaat. Wij vragen U, ontferm U over ons allen, opdat wij tezamen met de Maagd Maria, de Moeder van Christus, met de Apostelen en met alle Heiligen die hier eens leefden in uw welbehagen, waardig bevonden worden het eeuwig leven deelachtig te zijn en U loven en eren door Jezus Christus, uw Zoon. Door Hem en met Hem en in Hem zal uw Naam geprezen zijn, Heer onze God, almachtige Vader, in de eenheid van de Heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid. Amen. EUCHARISTISCH GEBED III BJa, Heer, Gij zijt werkelijk de Heilige, heel uw schepping moet U wel prijzen, want door Jezus Christus, uw Zoon, onze Heer, maakt Gij alles levend en heilig, in de kracht van de Heilige Geest. Altijd blijft Gij bezig, U een volk bijeen te brengen uit alle naties en rassen en talen; want van oost tot west moet door een zuivere offergave hulde worden gebracht aan uw Naam. Wij hebben deze gaven dan ook hier gebracht om ze aan U toe te wijden. In alle ootmoed vragen wij U, ze te heiligen door uw Geest, en ze Lichaam en Bloed te doen zijn van Jezus Christus, uw Zoon, onze Heer, op wiens woord wij deze geheimen vieren. Want in de nacht dat Hij werd overgeleverd, nam Hij brood en sprak daarover het dankgebed om uw Naam te verheerlijken. Toen brak Hij het brood, gaf het aan zijn leerlingen en zei: NEEMT EN EET HIERVAN, GIJ ALLEN, WANT DIT IS MIJN LICHAAM, DAT VOOR U GEGEVEN WORDT. Zo nam Hij ook na de maaltijd de beker en sprak een zegenbede om uw Naam te verheerlijken. Hij gaf hem aan zijn leerlingen en zei: NEEMT DEZE BEKER EN DRINKT HIER ALLEN UIT, WANT DIT IS DE BEKER VAN HET NIEUWE ALTIJDDURENDE VERBOND, DIT IS MIJN BLOED DAT VOOR U EN ALLE MENSEN WORDT VERGOTEN TOT VERGEVING VAN DE ZONDEN. BLIJFT DIT DOEN OM MIJ TE GEDENKEN. Verkondigen wij het mysterie van het geloof. Heer Jezus, wij verkondigen uw dood en wij belijden tot Gij wederkeert, dat Gij verrezen zijt. Daarom, Heer, gedenken wij het heilzaam lijden en sterven van uw Zoon, zijn glorievolle verrijzenis, en zijn verheffing aan uw rechterhand; zo staan wij vol verwachting open voor zijn wederkomst en bieden U vol dankbaarheid dit offer aan, zo levend en heilig. Wij vragen U, Heer: zie welwillend neer op het offer van uw Kerk, en wil er uw Zoon in herkennen, door wiens dood Gij ons met U verzoend hebt. Geef dat wij mogen worden verkwikt door het nuttigen van zijn Lichaam en Bloed. Vervul ons van zijn Heilige Geest, opdat men ons in Christus zal zien worden tot één lichaam en één geest. Moge Hij ons maken tot een blijvende offergave voor U: dan zullen wij het erfdeel verkrijgen dat Gij ons beloofd hebt, samen met Maria, de Heilige Maagd en Moeder van God, samen met uw Apostelen en Martelaren, en met allen die in uw heerlijkheid zijn en daar voor ons bidden. Mogen de vrede in de wereld en het heil van alle mensen toenemen door dit offer van uw Zoon, dat ons in handen is gegeven opdat wij met U worden verzoend. Maak uw volk, onderweg hier op aarde, sterk in liefde en geloof: samen met uw dienaar N., onze paus, en N., onze bisschop, met alle bisschoppen, de geestelijkheid en heel het gelovige volk dat Gij U hebt verworven. Wij vragen U, welwillend te staan tegenover de wensen van deze gemeenschap die hier bij U is, en waarvan Gij de Vader zijt. Goede God, breng in uw barmhartigheid al uw kinderen van overal bijeen. Laat onze overleden broeders en zusters, ja, laat allen die U lief waren en die van hier zijn heengegaan, genadig binnen in uw rijk. Ook wijzelf hopen daar eens te mogen zijn, om met hen samen voor altijd te mogen genieten van uw heerlijkheid, door Christus onze Heer. In Hem schenkt Gij alles wat goed is aan deze wereld. Door Hem en met Hem en in Hem zal uw Naam geprezen zijn, Heer, onze God, almachtige Vader, in de eenheid van de Heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid. Amen. EUCHARISTISCH GEBED IVHet is waarlijk passend U dank te zeggen, het is waarlijk goed uw heerlijkheid uit te spreken, heilige Vader; Gij zijt een God van leven en waarheid. Gij alleen, Gij bestaat van voor alle eeuwen en Gij duurt in alle eeuwigheid voort, in het ontoegankelijke licht is uw woning. Gij zijt de bron van leven, in uw goedheid hebt Gij alle dingen tot bestaan geroepen, Gij hebt al het geschapene met zegening verzadigd en uw talloze schepselen gelukkig gemaakt met de glans van uw licht. Daarom staat rond U een schare van engelen die niemand tellen kan, uw dienaren, die het gelaat van uw glorie zien en U ononderbroken lofzingen, dag en nacht. In hun koor willen ook wij onze stem doen horen, met ieder schepsel op aarde zingen wij U jubelend onze lofprijzing toe: Heilig, Heilig, Heilig, de Heer, de God der hemelse machten! Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid. Hosanna in den hoge. Gezegend Hij, die komt in de naam des Heren. Hosanna in den hoge. U belijden wij, heilige Vader: groot zijt Gij en alles hebt Gij met wijsheid en liefde geschapen. Gij hebt de mens gemaakt naar uw beeld en hem de zorg over de gehele aarde opgedragen, opdat hij in gehoorzaamheid aan zijn Schepper over alle schepselen zou bevelen. Door ongehoorzaamheid aan U heeft hij uw vriendschap verloren maar Gij hebt hem niet aan het geweld van de dood uitgeleverd. Integendeel, Gij zijt hem met alle hulp tegemoet gesneld, zodat wie U zoeken wil, U reeds heeft gevonden. Menigmaal hebt Gij aan de mensen een verbond aangeboden en hen, bij monde van uw profeten, gesproken over het heil in de verte. Heilige Vader, zozeer hebt Gij de wereld liefgehad dat Gij, toen de tijd van wachten voorbij was, uw eengeboren Zoon als Verlosser hebt gezonden. Hij is mens geworden door de heilige Geest uit de Maagd Maria, als mens heeft Hij onder ons gewandeld, in alles aan ons gelijk, maar niet in de zonde. Aan geringen heeft Hij een boodschap gebracht van liefde en heil, aan gevangenen de vrijlating gegeven, aan bedroefden zijn blijdschap. Om uw heilsbeschikking ten volle waar te maken heeft Hij zich aan de dood uitgeleverd, en door zijn opstanding alle sterven afgebroken en opgebouwd tot een nieuw bestaan. En opdat wij niet meer voor onszelf zouden leven maar voor Hem, die om onzentwil geslagen werd en tot uw rechterhand verheven, zond Hij van uwentwege, Vader, de heilige Geest om zijn werk in de wereld te voltooien: onze heiligmaking ten einde toe. Daarom smeken wij U, Heer, dat uw heilige Geest deze offergaven wil bezielen opdat zij het lichaam en bloed worden van onze Heer Jezus Christus, tot viering van het grote heilsmysterie dat Hij ons naliet als zijn verbond-met-ons voor altijd. Toen kwam het uur dat Hij door U, heilige Vader, zou worden verheerlijkt. Hij had de zijnen in de wereld tot het uiterste toe liefgehad. Terwijl Hij de maaltijd voorzat nam Hij het brood, en brak het, en zegende U, en gaf het aan zijn leerlingen met de woorden: NEEMT EN EET HIERVAN, GIJ ALLEN, WANT DIT IS MIJN LICHAAM DAT VOOR U GEGEVEN WORDT. Zo nam Hij ook de beker met wijn gevuld, sprak het dankgebed uit en gaf hem aan zijn leerlingen met de woorden: NEEMT DEZE BEKER EN DRINKT HIER ALLEN UIT, WANT DIT IS DE BEKER VAN HET NIEUWE, ALTIJDDURENDE VERBOND; DIT IS MIJN BLOED DAT VOOR U EN ALLE MENSEN WORDT VERGOTEN TOT VERGEVING VAN DE ZONDEN. BLIJFT DIT DOEN OM MIJ TE GEDENKEN. Verkondigen wij het mysterie van het geloof. Heer Jezus, wij verkondigen uw dood en wij belijden tot Gij wederkeert dat Gij verrezen zijt. Daarom, Heer, vieren wij de gedachtenis van onze verlossing: wij gedenken de dood van Christus en zijn verblijf onder hen die eens waren gestorven, wij geloven en verkondigen zijn opstanding uit de dood, zijn hemelvaart bij U terug, in uw Rijk zonder einde; wij zien vol verwachting uit naar zijn wederkomst in heerlijkheid. Wij brengen U het offer van zijn lichaam en bloed, een gave van heil voor de wereld. Heer, zie welwillend en genegen neer op dit heilig offer, dat Gij aan ons, uw Kerk, hebt toevertrouwd. Verleen genadig dat zij die van dit brood eten en uit deze beker drinken, door uw heilige Geest tot één lichaam worden verzameld, in Christus voltooid tot een levende offerande, tot uw lof en eer. Wijd uw gedachten, o Heer, aan allen voor wie wij dit offer aan U opdragen: vooreerst voor uw dienaar, onze paus N., voor onze bisschop N. en voor alle bisschoppen van de gehele Kerk, voor de priesters en diakens, voor allen ook die U dit offer aanbieden, voor heel het gelovige volk en voor hen die U met een oprecht hart zoeken. Denk ook aan hen die in vrede met Christus, uw Zoon, zijn gestorven en aan alle doden waarvan de gelovige gezindheid door U alleen was gekend. Barmhartige Vader, verleen aan ons, uw kinderen, dat wij de heerlijkheid zien die Gij ons beloofd hebt te zamen met de Maagd Maria, de Moeder van God, die Gij hebt verheerlijkt, met uw apostelen en heiligen in uw koninkrijk, waar wij met de gehele schepping, die Gij uit zonde en dood hebt opgericht, uw lof zingen door Christus onze Heer, in wie Gij aan de wereld alle goed heeft, gisteren, nu en altijd. Door Hem en met Hem en in Hem zal uw Naam geprezen zijn, Heer, onze God, almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid. Amen. COMMUNIERITENAangespoord door en gebod van de Heer en door zijn goddelijk woord onderricht, durven wij zeggen: Ofwel: Laten wij bidden tot God onze Vader, met de woorden die Jezus ons gegeven heeft:
Onze Vader
die in de hemel zijt; Verlos ons Heer, van alles kwaad, geef vrede in onze dagen, dat wij, gesteund door uw barmhartigheid, vrij mogen zijn van zonde, en beveiligd tegen alle onrust: hoopvol wachtend op de komst van Jezus, Messias, uw Zoon. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen. Heer Jezus Christus, Gij hebt aan uw apostelen gezegd: “Vrede laat ik u; mijn vrede geef ik u”, let niet op onze zonden, maar op het geloof van uw Kerk, vervul uw belofte, geef vrede in uw naam en maak ons één. Gij die leeft in eeuwigheid. Amen. De vrede des Heren zij altijd met u. En met uw geest. Wenst elkaar de vrede. AGNUS DEI
Lam Gods, dat
wegneemt de zonden der wereld, ontferm u over ons, Zalig zij die genodigd zijn aan de maaltijd des Heren. Zie het Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld. Heer, ik ben niet waardig, dat Gij tot mij komt, maar spréék en ik zal gezond worden. DE COMMUNIELichaam van Christus. Amen. GEBED NA DE COMMUNIELaat ons bidden. Amen. SLOTRITENDe Heer zij met U. En met uw geest. Zegene u de almachtige God, Vader, Zoon en Heilige Geest. Amen. Gaat nu allen heen in vrede. Wij danken God. |
|
|
www.maranatha.it | |